Romantisch orgel, in het transept (Van Bever, 1905)

Sint-Agathakerk

Klavier  / Romantisch orgel, in het transept (Van Bever, 1905) - Sint-Agathakerk
Architectuur, plaats, inplanting  / Romantisch orgel, in het transept (Van Bever, 1905) - Sint-Agathakerk
 Klik op een foto om te vergroten
HET INSTRUMENT
Orgelkast - bouwdatum 1905
Orgelkast - plaats In het linker transept, op de vloer
Orgelkast - stijl  Neogotisch
Gebruikte materialen Voor de vier velden van het meubel in grenenhout. Zink voor de pijpen.
Opstelling van de pijpen Twee vlakke torens van 3 pijpen en een veld van 25 pijpen
Beschrijving van de orgelkast Orgelkas van verzorgde maar sobere makelij, perfect in de stijl van de realisaties van de Gebroeders Van Bever. De verfraaiing is van neogotische stijl. Het meubel omvat een front, samengesteld uit twee vlakke torens van 3 pijpen, en een veld van 25 pijpen. Het houtwerk is uit grenenhout en bestaat uit een rechthoekige kast die van alle kanten toegankelijk is; er zijn deuren en wegneembare wanden om toegang te verlenen tot alle delen van het orgel en achteraan is een stemgang om naar het Reciet te gaan. De frontpijpen zijn uit zink en werden recent nog vertind, de pijpen van het hoofdwerk hebben geen dak. Het meubel is zelfdragend in de mate dat de windlade op drie stalen pijlers die op hun beurt op grenen structuren rusten voor en achter het orgel. Het Reciet is in een zwelkast opgesloten die zich achteraan het orgel bevindt.
Speeltafel - stijl Romantisch
Speeltafel - beschrijving Werd uitgevoerd in massief eik waarvan de panelen kunnen worden afgenomen en de neogotische plooien vertonen. Een opklapbaar deksel bedekt de klavieren en opent zich langs de bovenkant van de speeltafel. Een eiken lessenaar die op twee ijzeren latten stemt die wordt uitgeschoven in twee houten geleiders.
Speeltafel - plaats Vrijstaande en omgekeerd van het orgel
Speeltafel - materialen Eik
Persoon belast met het onderhoud Jean-Pierre Draps
Combinatieschakelaar - type en plaats Pneumatische traktie in de speeltafel voor F en MF en een oproep van de tongwerken van het Reciet
Crescendo Mechanische werking die de ventielen van de speeltafel beheersen. Actueel buiten werking.
Stemming Diapason 438 Hz
Temperatuur Gelijkzwevend
Akoestiek 6 seconden
Orgelbouwer(s)  Van Bever Frères
HET INSTRUMENT
Orgelkast - stijl  Neogotisch
Speeltafel - stijl Romantisch
Orgelbouwer(s)  Van Bever Frères
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek Het orgel werd gebouwd voor de Wereldtentoonstelling van Luik in 1905. Binnen in het orgel ziet men 2 etiketten met Belgische vlag die aanduiden dat de Van Bevers “de Eerste Prijs van de Internationale Tentoonstelling van Luik 1905 “ hadden behaald. Het ene etiket bevindt zich op de blaasbalg het andere op de interne dwarsbalk voor het Reciet, boven de zweldeuren. Het werd vervolgens gekocht voor de som van 2000 franken voor de kostschool van de Dames Ursulinen te Laken. In 1991 werd het door de zusters aangeboden en in oktober 1992 werd het orgel door Jean-Pierre Draps in de kerk van Sint-Agatha-Berchem geplaatst voor de som van 1.300.000 BEF. Zijn verhuizing en herstelling waren minder duur dan de aanschaf van een nieuw orgel van dit formaat. Goed overleg maakte het mogelijk dit waarvol instrument te bewaren. Het getuigt van de vakkundige orgelbouw van de broers Van Bever.
Op vrijdag 27 november 1992 werd het orgel plechtig ingezegend door Monseigneur De Hovre gevolgd door een concert dat werd gegeven door de organisten Mevrouw H. Drabs-De Saedeleer en de Heer Marcel De Broeck, toen titularis-organist van de Basiliek van het Heilig-Hart van Koekelberg met werken van Clérambault, Bach, Franck, De Boeck en Bijsters. Ook vandaag blijft dit orgel een prima instrument, zowel op artistiek en muzikaal vlak, dankzij zijn aangename klankkleur, als op technisch vlak, voor zijn goede werking en zijn stevigheid.
Jean-Pierre Draps heeft nog de blaasbalg in 2006 gerestaureerd. Op dinsdag 24 oktober 2006 werd het orgel volledig gestemd voor het concert dat diezelfde avond nog werd gegeven. Sindsdien wordt het instrument telkens nagezien wanneer er zich een technisch probleem voordoet, want men speelt er nog elke dag ’s morgens en ’s namiddags op.
De organist- titularis is Etienne Gielen die speelt in de kerk sinds 40 jaar. Hij is muziekleraar geweest en is sinds kort gepensioneerd. Hij woont in Schepdaal.
WERKEN
Begindatum 2006
Einddatum 2006
Type werkzaamheden Jean-Pierre Draps heeft de blaasbalg, op 12 september 2006, voor zes weken buiten werking gestelt voor restauratiewerken in zijn atelier.
Het orgel is volleding gestemt geweest op 24 october 2006 voor een orgelconcert van dezelfde dag. Het orgel wordt elke dag gebruikt.
Naam van de orgelbouwer Jean-Pierre Draps
Ligging van de werkplaats Erps-Kwerp
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek Het orgel werd gebouwd voor de Wereldtentoonstelling van Luik in 1905. Binnen in het orgel ziet men 2 etiketten met Belgische vlag die aanduiden dat de Van Bevers...
Werken
Begindatum 2006
Einddatum 2006
Naam van de orgelbouwer Jean-Pierre Draps
Ligging van de werkplaats Erps-Kwerp
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel
Structuur speeltafel en muziekstaander 
Orgelkast in eik met structuur van panelen. Opklapbaar deksel met regelbare lessenaar in eik rustend op twee schuiflatten in metaal.
Omvang van de klavieren 
56 toetsen
Bijzonderheden over de klavieren 
Links en rechts van de klavieren zijn er eiken treden
Beschrijving van de toetsen 
Opgelegd met ivoor
Beschrijving van de boventoetsen 
Ebbenhout
Beschrijving van de bakstukken of kader 
Vierkante wangen in het zwart geverfd
Omvang van het voetklavier 
30 toetsen, C - f'
Materialen van het voetklavier 
Eiken treden en boventoetsen in palissanderhout
Registers 
Boven de klavieren, afgelijnd, met knoppen en registerplaatjes in porcelein die de naam van de registers weergeven, groen voor het Pedaal, zwart voor het Hoofdwerk, rood voor het Reciet
Koppelingen 
Door stalen lepel, boven de pedaal
Combinaties 
In het centrum van de speeltafel boven de registers en een plaatje die de spelen van het crescendo, aanduiden, drie gelijkaardige kleine registerknoppen om twee vaste combinaties in te schakelen:
MF O (afsteller) F.
Oproep van de tongwerken van het Reciet betreffende de Spelen van de Quinte 2'2/3, Octavin 2’, Basson Hautbois 8’, Trompette harmonique 8’ en Carillon.
Voetsteun 
Het crescendopedaal werkt niet meer en dient nu als voetensteun; dan boven het pedaal en aan de bank
Met de voet bediende organen 
Boven de voetsteun en het pedaal van links naar rechts: vier lepels met boven een wit porceleinen medaillon met in het zwart (de oorspronkelijke benamingen):
Tirasse Grand Orgue
Tirasse Récit
Copula
Anches Récit
Vervolgens twee eiken balanstreden met inscriptie:
(Expression du Récit)
(Crescendo)
Dan ijzeren lepel met :
Trémolo
Toebehoren 
Twee kleine lampjes boven het meubel om de klavieren te verlichten, een buislamp onderaan de speeltafel om het pedaal te verlichten. Om verlichting en motor aan te schakelen is een metalen doos achteraan voorzien.
Boven het adresplaatje is er een klein wit plaatje dat aan de basis een gleuf vertoont waarin zich een cursor beweegt. Op het plaatje staan de cijfers van 1 tot 6 en hoger, de namen van de registers die door een strik zijn samengebracht en die worden ingeschakeld op elke stand van de crescendo, de naam van de Recietspelen zijn in het rood aangeduid, de anderen in het zwart:
Slicional / Flûte Harmon: / Soubasse
Bourdon 8 / Montre 8
Flûte ocav / Gambe
Quinte / Prestant / Flûte (Pédale)
Basson Hautbois / Octavin
Trompette / Bourdon 16
Adresplaat 
Plat boven het tweede manuaal, een zwart plaatje in ebbenhout met koperen inleg aanduidend:
Gebroeders Van Bever (in gotischeletters)
Amiens et Bruxelles
 
Klavieren en voetklavieren
  • Naam 
    Hoofdwerk (I, originele benaming)
    Omvang 
    56 toetsen C - g'''
    Registers 
    BOURDON 16
    MONTRE 8
    FLÛTE HARMON: 8
    GAMBE 8
    PRESTANT 4
    Koppelingen 
    Copula (Reciet aan het Hoofdwerk)
    Bijzonderheden 
    Originele benaming die op de speeltafel zijn aangeduid.
    Dit instrument is hetzelfde type laatromaans orgel dat men in het begin van de eeuw nog bouwde.
  • Naam 
    Reciet (II)
    Omvang 
    56 toetsen C - g'''
    Registers 
    BOURDON 8
    SALICIONAL 8
    VOIX CELESTE 8 (à c)
    FLÛTE OCTAV: 4
    QUINTE 2 2/3 (à c)
    OCTAVIN 2
    BASSON HAUTBOIS 8
    TROMPETTE HARMON: 8
    CARILLON
    Tremulant 
    Trémolo
    Bijzonderheden 
    Het Carillon is een combinatie van de Bourdon, de Kwint 2'2/3 (om c) en een toegevoegd register van 1' (om c')
  • Naam 
    Pedaal
    Omvang 
    30 toetsen C - f'
    Registers 
    SOUBASSE 16
    FLÛTE 8
    Koppelingen 
    TIRASSE GRAND ORGUE
    TIRASSE RECIT
    Bijzonderheden 
    Spelen ontleend aan de Bourdon 16' en de Harmonische Fluit 8' van het Hoofdwerk
 
Tractuur
  • Naam 
    Reciet (II)
    Noten 
    Mechanisch
    Toetsen 
    Balanstoetsen
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    Van de toetsen vertrekken er abstracten naar beneden, winkelhaken, horizontale abstracten naar achter, winkelhaken, dan opstijgen van de abstracten achter het wellenbord van het Hoofdwerk naar een horizontaal wellenbord waar de abstracten naar achter gaan, winkelhaken en abstracten naar de windlade. De abstracten zijn uit grenenhout.
    Beschrijving van de registers 
    Pneumatisch. Kleine kleppen in de speeltafel nabij de registers van waar loden relais vertrekken naar grote ventielen die verticaal links en rechts van de windlade zijn geplaatst. Boven de ventielen een arm die met de sleep van elk register is verbonden.
    Zwelkast 
    Gaat open via de zweldeuren, geïnstalleerd vooraan in de zwelkast
    Wellenbord 
    Ijzeren walsen met gelaste armen, dokken in koper of messing, dit alles op een eiken kader
  • Naam 
    Hoofdwerk (I)
    Noten 
    Mechanisch
    Toetsen 
    Balanstoetsen
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    Van de toetsen vertrekken dalende, winkelhaken, horizontale abstracten naar achter, stijgende abstracten naar een verticaal wellenbord dat naar de windlade leidt. Voor de pijpen van de bassen van de Fluit 8' en Bourdon 16' die aan de zijkanten zijn geposteerd, zijn er pneumatische relais die worden bevoorrad door de pijpstok en die van dezelfde aard zijn als deze van de registratie: kegelventiel bedekt door een lederen membraan.
    Beschrijving van de registers 
    Pneumatisch. Kleine kleppen in de speeltafel bij de registers waaruit loden relais vertrekken naar grote kegelventielen, die verticaal links en rechts van de windladen zijn geplaatst.
    Boven de ventielen is er een arm die aan de sleep van elk register is verbonden.
    Wellenbord 
    Registerwalsen in ijzer met gelaste armen, dokken in koper of messing, dit alles op een eiken kader gemonteerd
  • Naam 
    Pedaal
    Noten 
    Mechanisch
    Toetsen 
    Staartklavier
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    Winkelhaken, horizontale abstracten naar achter, winkelhaken, stijgende abstracten naar het wellenbord van het Hoofdwerk van waaruit stijgende abstracten leiden naar de windlade
    Beschrijving van de registers 
    Hetzelfde als manualen
    Wellenbord 
    Zie Hoofdwerk
 
Windladen
  • Naam van het klavier 
    Hoofdwerk, Reciet en Pedaal
    Type 
    Mechanisch met registerslepen
    Inplanting 
    Evenwijdig met het orgelfront
    Aard 
    Windlade in eik en een kleppenkast vooraan voor het Hoofdwerk en een kleppenkast achteraan voor het Reciet. Deze kleppenkasten zijn afgesloten door opliggende voorslagen die door draaiende haakjes in ijzer worden weerhouden.
    Opstelling van de pijpen 
    Diatonische opstelling in V met c# links en C rechts
    Beschrijving van de pijpstok 
    Van voor naar achter :
    Montre 8'
    Prestant 4'
    Flûte harmonique 8'
    Salicional 8'
    Bourdon 16'
    Bourdon 8'
    Salicional 8'
    Voix céleste 8'
    Flûte octaviante 4'
    Octavin 2'
    Quinte 2'2/3
    Trompette 8'
    Speel van 1'
    Basson-Hautbois 8'
 
Pijpwerk
  • Naam 
    Hoofdwerk en Pedaal
    Bijzonderheden 
    De Soubasse 16' en de fluit 8' van het Pedaal werden ontleend aan de Flûte harmonique 8' van het Hoofdwerk
    Beschrijving 
    Van voor naar achter:
    MONTRE 8’. Bassen in ingesneden zink in het front. Dan op de windlade in tin met intoneerlits.
    PRESTANT 4’. In tin op de windlade met intoneerlits.
    FLUTE HARMONIQUE 8’. 2 x 6 houten pijpen die geposteerd zijn op de zijkanten van de windladen ter hoogte van het Hoofdwerk met houten rolkragen voor het labium.
    Dan in tin op de windlade met intoneerlits, dan dubbele lengte met twee harmonische boringen.
    SALICIONAL 8’. 2 x 6 zinken pijpen die voor de windlade zijn geposteerd en achter de front Montre. Dan de rest op de windlade in tin met intoneerlits, zijbaarden en met vierkante snijbaarden uit één stuk.
    BOURDON 16’. 2 x 6 houten pijpen links en rechts geposteerd van de windladen t.h.v. het Reciet. Dan 2 x 6 houten pijpen in het centrum van het orgel geposteerd en tenslotte tinnen pijpen op de windladen met mobiele hoed en zijbaarden.
  • Naam 
    Reciet
    Bijzonderheden 
    De eerste octaaf van de Bourdon 8’ is gemeenschappelijk met deze van de Bourdon 16’ van het Hoofdwerk.
    Het Carillonregister doet beroep op volgende spelen: Bourdon 8’, de Quinte 2’2/3 (tot c) en de pijpen 1’ (tot c’)
    Beschrijving 
    van voor naar achter
    BOURDON 8'. 2 x 6 houten pijpen geposteerd buiten de lade en gemeenschappelijk met Bourdon 16’, dan op de windlade, tinnen pijpen met mobiele hoed en zijbaarden.
    SALICIONAL 8’. 2 x 6 zinken pijpen met rolbaard en intoneerlits geplaatst in het centrum van de windlade. Dan op de windlade, tinnen pijpen met intoneerlits en vierkante gelaste snijbaarden.
    VOIX CELESTE 8’ tot c. Van hetzelfde type als de Salicional maar met een bredere maat.
    FLÛTE OCTAVIANTE 4’.Tinnen pijpen op de windlade met in de discant dubbele lengte en twee harmonische boringen. Zijbaarden en intoneerlitsen.
    OCTAVIN 2’. Tinnen pijpen met twee harmonische boringen, ciskant met intoneerlits en de laatste op toonhoogte gesneden.
    QUINTE 2’2/3 tot c. 44 conische tinnen orgelpijpen met intoneerlits, de laatsten zijn op toonhoogte gesneden.
    TROMPETTE 8’. Bekers in tin waarvan de 2 x 3 eersten in twee delen.
    Kleine binnenslof in ijzer in de loden kern geplaatst op zijn Duits. Voeten in tin. De 2 x 6 laatste bekers hebben een overlengte.
    Spelen van 1’ tot c’. Tinnen pijpen op toonhoogte gesneden.
    BASSON-HAUTBOIS 8’. Tinnen bekers waarvan de 2 x 3 eersten in twee delen.
    Kleine binnenslof in ijzer in de loden kern op zijn Duits geplaatst. Voeten in tin.
    Tot c’ beker van type Hautbois en met dubbele verwijding.
 
Windvoorziening
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Magazijnbalg
    Beschrijving 
    Grote parallelle magazijnbalg met twee evenwijdige plooien, een naar binnen de andere naar buiten, geplaatst in de breedte in onderkast van het orgel
    Lengte 
    250 cm
    Breedte 
    104 cm
    Aantal en type gewichten 
    Blocs de plomb
    Aantal en type gewichten 
    Loden blokken
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Schepbalg
    Beschrijving 
    Aangedreven door twee wigvormige voetpompen onder de grote magazijnbalg en aangedreven door twee grote treden die achter het orgel zijn geplaatst. Deze pedalen zijn losgebonden; men heeft de metalen verbindingsstukken die het met de pompen verbond weggenomen.
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Schokbalg
    Beschrijving 
    Kleine blaasbalg met een binnenplooi en geplaatst tegen binnenzijde van de windlade en ondersteund door spiraleveren
    Lengte 
    100 cm environ
    Breedte 
    70 cm
 
Tremolos
  • Naam 
    Reciet
    Type 
    Tremulant met ventiel
    Plaats 
    Op een klein windkanaal tegen de kleppenkasten van het Reciet achteraan
 
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel Klavier(en) en voetklavier(en) : 3
Klavier(en) en voetklavier(en) Hoofdwerk (I, originele benaming), Reciet (II), Pedaal
Tractuur
Reciet (II) Mechanisch
Hoofdwerk (I) Mechanisch
Pedaal Mechanisch
Het gebouw
Sint-Agathakerk

Sint-Agathakerk

Adres : Kerkstraat
1082 Berchem-Sainte-Agathe
Bouwstijl : Neoromaans
Bouw : 1938
Bouwperiode : 20ste